Header image alt
Onderhoud

De fascinerende schoonheid van orchideeën

Orchideeën behoren tot de meest populaire kamerplanten. Het aanbod is vandaag de dag erg ruim. Ze zijn verkrijgbaar met diverse bloemen en in allerlei kleuren. Door hun natuurlijke en fascinerende schoonheid passen ze probleemloos in elk interieur en zijn ze dan ook in vele huiskamers terug te vinden.

Orchideeën hebben de reputatie moeilijk te zijn. Tal van orchideeën zijn echter betrouwbare kamerplanten, op voorwaarde dat je ze correct verzorgt. Licht, warmte, water en bemesting spelen daarbij een belangrijke rol.

Licht, uit de tocht en uit de zon

In de huiskamer houden orchideeën van een plek met veel licht. Zet ze echter niet in de directe zon, want hierdoor kunnen hun bladeren verbranden. Ook koude en tocht kan je het best vermijden, net als warme plaatsen met een lage luchtvochtigheid, bijvoorbeeld in de buurt van een kachel of een radiator.

Warmte

De meest courante orchideeën zoals Phalaenopsis, Paphiopedilum, Oncidium, Cattleya, Miltonia en Dendrobium houden van vrij hoge temperaturen (> 20°C) en een hoge luchtvochtigheid (> 65%). De luchtvochtigheid kan je verhogen door een schaal water onder de plant te laten verdampen of door de bladeren regelmatig ‘s morgens met regenwater te besproeien of met een spons te bevochtigen. Met de DCM Bladspray Orchideeën wordt dit werk een stuk eenvoudiger en vooral doeltreffender. Deze bladspray bevochtigt de bladeren en bevat een plantvriendelijke stof die de luchtvochtigheid uit de omgeving aantrekt en ter hoogte van het blad bewaart. Bovendien verbetert deze bladspray de werking van de huidmondjes van de bladeren, waardoor de planten in optimale conditie zijn om vocht en voeding uit de lucht op te nemen.

Andere soorten zoals Cymbidiums, Dendrobium nobile hybriden en Odontoglossums (Cambria) hebben het graag iets frisser en hebben zelfs een koelere periode nodig om weer tot bloei te komen. Ze voelen zich goed in een onverwarmde kamer en kunnen in de zomer verhuizen naar een beschutte, zonvrije plaats op het terras.

Tip

Een uitgebloeide Phalaenopsis kan je snel opnieuw in bloei krijgen door de bloemstengels net boven het derde oog af te snijden en de plant enkele weken op een iets koelere plaats te zetten (tussen de 15 en 18°C).

Water

Orchideeën houden van vocht maar hebben een hekel aan natte voeten. Voor de meeste soorten is 1x gieten per week voldoende. Het maakt niet uit of je giet op het substraat of in het schaaltje, of de pot enkele uren onderdompelt in water, zolang je er maar voor zorgt dat het overtollige water snel kan wegvloeien. Geef indien mogelijk regenwater op kamertemperatuur. Te koud water kan bladvergeling en afsterving veroorzaken.

  • De wortels geven aan of de plant water nodig heeft! Zijn ze groen dan zijn ze nog volgezogen met water en hoef je niet te gieten. Droge wortels hebben een witte kleur!

  • Haal de plant desnoods even uit de sierpot om het overtollige water te laten wegvloeien.

  • Cattleya, Dendrobium en Cymbidium hebben in de winter liefst een drogere rustperiode. Gieten om de 2 à 3 weken is meestal ruim voldoende. Van zodra er nieuwe scheuten verschijnen kan er opnieuw wekelijks gegoten worden.

  • Oncidium, Odontoglossum (Cambria) en Miltonia groeien het hele jaar door en dienen het hele jaar vochtig gehouden te worden, anders vormen de bladeren lelijke harmonicaplooien.

Hoe je orchidee opnieuw laten bloeien?

  • Uitgebloeide orchideeën verliezen uiteraard veel van hun schoonheid. Vaak worden ze na hun bloei dan ook weggegooid. Orchideeën van het geslacht Phalaenopsis zijn echter gemakkelijk terug in bloei te krijgen.

  • Knip de uitgebloeide bloemstengel niet helemaal weg, maar laat drie ogen (= lichte verdikking) aan de stengel. Uit één of meer van deze ogen zullen nieuwe bloemstengels groeien.

  • Na de tweede bloei doe je er goed aan de volledige bloemstengel weg te knippen en de orchidee te verpotten.

  • Zet de plant daarna een paar graadjes koeler (tussen 15 en 20°C) en geef ze slechts spaarzaam water en geen voedsel. Breng ze na één tot twee maanden terug naar de warme huiskamer en geef opnieuw water en voeding.