Snak je naar meer kleur in je tuin? Plant bloembollen! In het gazon, onder de haag, in een pot, op je balkon, in de pluktuin… bloembollen kun je op zoveel verschillende plekken kwijt. En de bijen en hommels zullen je dankbaar zijn.
De eerste bijen en hommels worden wakker in februari; dan hebben ze zo snel mogelijk nectar nodig om op krachten te komen. Maar in de meeste tuinen valt er op dat moment nauwelijks wat te vinden. Daarom zijn bloembollen zo belangrijk! De meest dankbare bollen voor bijen zijn krokussen, blauwe druifjes, wilde tulpen, Oosterse anemonen, sneeuwroem en de Bulgaarse ui. De nectar van kievitsbloemen heeft een van de hoogste suikergehaltes van alle bollen!
In de meeste gazons valt er weinig kleur te bespeuren. Vrolijk het gras op met bloembollen! Al vroeg in het voorjaar, vanaf februari, geniet je van kleur en leven. Kies voor bloembollen die jaar na jaar trouw terugkomen en zich vanzelf uitbreiden of ‘verwilderen’ zoals krokussen, wilde narcissen, lenteklokje, zomerklokje, prairielelie, kievitsbloem en vogelmelk … Plant ze in groepjes zodat je er makkelijk met de grasmaaier omheen kan. Bloembollen mag je pas maaien wanneer het loof afgestorven is, het vormt de voedselreserve voor volgend jaar. Reken op 15 grote (bv narcissen) tot 25 kleine (krokussen, kievitsbloem,…) bollen per m². Leg met je spade een plag bloot, plant de bollen en leg weer toe. Of gebruik een bollenplanter op steel.
Lees hier nog meer tips voor kleur in je gazonJe hoeft helemaal geen tuin te hebben om van bloembollen te kunnen genieten. Ze doen het ook prima in een pot op je terras of balkon. Dé truc voor de meeste kleur? Een bloembollenlasagne! In een pot van 30 cm passen makkelijk 3 lagen, goed voor kleur van februari tot juni. Onderin plant je de dikste bollen: hyacinten of sieruien, dan tulpen of narcissen en bovenin blauwe druifjes, krokussen of dwergirissen. Strooi op de bodem en tussen elke laag 5 cm (turfvrije) potgrond. Geef water en laat de pot de hele winter buiten staan, onder een afdak. Vanaf februari verhuis je hem naar je terras. Geef na de bloei DCM Meststoffen Rozen & Bloemen, voor volop nieuwe bloemen de volgende lente.
Zo krijg je nog meer natuur op je terrasPlant bloembollen in je pluktuin! Narcissen, tulpen, hyacinten, prairielelie, sieruien… houden erg goed op vaas. Plant de bollen op rijtjes, per soort, zo’n 10 cm uit elkaar. Zoek een luw plekje, van veel wind knakken de stelen.
Zet narcissen een paar uur apart in water, voor je ze met andere bloemen mengt, zo verdwijnt die slijmerige stof uit hun stengels.
Niet veel plaats? Onder de haag is er altijd ruimte voor bloembollen! Zeker in een kleine (stads)tuin is een haagrand een gedroomde plek voor extra kleur. Sneeuwklokjes, winterakoniet, speenkruid en Oosterse anemonen vinden al die bladresten boven hun hoofd geweldig.
Bloembollen plant je tussen september en december. Leg ze twee keer zo diep als de bol hoog is, dat is doorgaans 10 tot 15 cm, met het puntje omhoog. Voor kleine bolletjes is 5 à 7 cm voldoende. Meng tot de helft DCM Vivimus® Universeel bodemverbeteraar onder de aarde. Tuinier je op arme grond, strooi dan in juni een handje DCM Meststof Rozen & Bloemen over de uitgebloeide lentebollen, voor een rijkere bloei.
Bloembollen bloeien al vanaf februari, wanneer er nog nauwelijks nectar te vinden is voor bijen en hommels die net ontwaken.
Plant ze in groepjes zodat je eromheen kunt maaien en kies soorten die jaar na jaar terugkomen, zoals krokussen en wilde narcissen.
Een bloembollenlasagne is een opeenstapeling van verschillende lagen bloembollen in een pot, waardoor je van februari tot juni continu kleur hebt op je terras of balkon.