Een gazon zorgt dat regenwater makkelijk in de bodem kan, waardoor het grondwater wordt aangevuld: belangrijk in de steeds langere droge periodes. En waarom niet wat meer ruimte laten voor bloemen in je gazon? Dat kleine gebaar helpt de natuur een flink stuk vooruit. Zo ga je te werk.
Een gazon aanleggen doe je maar eens om de zoveel jaar. Een goede voorbereiding is daarom heel belangrijk. Leg je gazon aan als een professional en volg de stappen uit volgend artikel.
Hoe meer gras, planten en bloemen in je tuin, hoe meer bijen, vlinders en andere bestuivende en nuttige insecten. Met bloemen help je de biodiversiteit in stand te houden en te herstellen.
Laat een deel van je gazon uitgroeien tot een bloemrijk graslandje. De meest natuurlijke én makkelijke manier is een strook op het einde van je gazon of de buitenste randen van je gazon. In lang gras verschijnen spontaan allerlei bloemen en kruiden. Spitsmuisjes, hommels, bijen, … komen er eten en zonnen. Kevers, zweefvliegen en sprinkhanen kunnen er schuilen en vogels vinden er zaden en insecten. Heel wat insecten planten zich immers in lang gras voort en leven er als pop, larve of rups. Maar ook het contrast met je gazon levert extra biodiversiteit op. Veel insecten zoeken namelijk net de afwisseling tussen kort en lang gras op.
Na het maaien ligt het stuk grasland er wat verlaten bij. Om het afgebakende stuk grasland visueel wat aantrekkelijker te maken, kan je zelf best extra bloemen planten. Plant er doorlevende, inheemse soorten in. Kies ze in functie van jouw bodem. Op arme grond zullen duizendblad en het grasklokje het goed doen, op normale bodem kaasjeskruid, knoopkruid en gewone ereprijs. In een natter gazon kun je pinksterbloemen, echte koekoeksbloem of grote wederik planten. Op droge, kalkhoudende grond doen beemdkroon en veldsalie het goed. Plant in september extra bloembollen in het gras, die leveren de eerste belangrijke nectar en stuifmeel voor bijen en hommels. Kies soorten die elk jaar trouw terug komen, én zich vanzelf uitbreiden, zoals krokussen, wilde narcissen, lenteklokjes, zomerklokjes, prairielelie, kievitsbloemen en vogelmelk.
Hoe snel er bloemen in het lange gras komen, hangt heel erg van de bodem af. Op arme (zand)grond gaat het sneller dan op rijke klei(leem).
Baken een strook of eilandjes in je gazon af.
Stop met die plekken te maaien, te bekalken en te bemesten.
Maai het lange gras twee keer per jaar: eind juni of begin juli een eerste keer, en een tweede keer eind september of begin oktober.
Het afvoeren van het maaisel is belangrijk; dit houdt de bodem arm. Op een voedselrijke bodem groeien grassen namelijk sneller, wat de groei van bloemen belemmert.
Haal er te sterk groeiende planten als brandnetels en distels uit.
Waarom inheemse bloemen zo belangrijk zijn? Lees er hier alles over