Header image alt
Aanleg

Bomen en fruitbomen planten: wanneer en hoe?

Een leiboom tegen de muur, een laagstam fruitboompje in je stadstuin of een heuse boomgaard: in elke tuin past wel een fruitboom. Appels, peren, pruimen en kersen zijn perfecte bomen om mee te starten. Welke kies je en hoe plant je een boom?  

Hoeveel plaats voor een fruitboom? 

Welke boom je kiest hangt af van hoeveel plaats je hebt, en hoe hoog en breed een fruitboom wordt. Fruitbomen kun je in drie vormen kopen.  

  • Laagstam: de kleinste fruitboom met een stamhoogte van ca. 50 cm; vandaar begint de kruin. Wordt 2 tot 4 m hoog en breed.  

  • Halfstam: stam van 1,20 m hoog. Wordt zo’n 5 m hoog en breed. De meest gangbare bomen voor een doorsnee tuin.  

  • Hoogstam: stam van 1,80 m hoog. Wordt makkelijk 8 m hoog en breed; iets voor een grote tuin.  

TIP 

Bomen die hoger worden dan 2 m moeten op minstens 2 m van de perceelsgrens staan. Blijven ze lager, zoals leifruit, dan is 50 cm van de scheidingslijn prima.  

Welke fruitboom voor een kleine tuin?  

Heb je maar weinig plaats, plant dan leifruit tegen een muur, vorm een (peren)boog of kies voor een zuilfruitboom, zo’n 50 cm breed. Leibomen moet je regelmatig in vorm knippen en de oogst is bescheiden. 

Welke fruitboom kiezen?  

Heb je plaats voor meerdere bomen, kies dan voor een mengeling van eetappels (Elstar, Cox…), moesappels (Reinette, Jacques Lebel…) en bewaarappels (Court-Pendu, Pinova). 

Naast eetperen heb je ook stoofperen. Een lokale boomkweker biedt streekeigen en vaak minder bekende of historische rassen aan, zo houd je het erfgoed in stand én ontdek je nieuwe smaken. Lokale rassen passen ook het best bij de bodem van jouw regio. Denk ook eens aan minder gangbare boom maar aan erg mooie en dankbare bomen zoals de moerbei, mispel, kweepeer en vijg!  

Hoe mijn fruitbomen verzorgen?

Zo kies je de juiste boom voor je tuin.

Kort samengevat

Graaf een dubbel zo breed plantgat als de wortelkluit en plaats een steunpaal. Meng bodemverbeteraar DCM Vivimus® Universeel onder de aarde, plant op dezelfde hoogte en duw voorzichtig aan. Geef minstens een emmer water. 

De beste plantperiode voor een boom is tussen oktober en eind maart, wanneer het niet vriest.  

Laagstam fruitbomen worden 2 tot 4 m hoog en breed, halfstammen zo’n 5 m hoog en breed en hoogstambomen 8 m hoog en breed. Bomen die hoger worden dan 2 m moeten op minstens 2 m van de perceelsgrens staan.  

Summary image alt