Orchideeën verpotten
Orchideeën verpot je het best om de 1 à 2 jaar. Volg deze tips voor een succesvolle verpotting.
Orchideeënwortels groeien niet gemakkelijk opnieuw aan, let dus op dat je de gezonde en zeker jonge wortels niet beschadigt! Door ze nat te maken vóór het verpotten, worden ze flexibeler en minder breekbaar.
Druk de potgrond of het substraat niet te hard aan. Dit kan de wortels beschadigen en leiden tot bacterieziekten en verrotting.
Wacht na het verpotten enkele dagen met gieten, zodat de wortels zich kunnen herstellen.
Soorten die pseudobulben vormen (een verdikte stengel voor wateropslag) zoals Oncidium, Odontoglossum hybriden (Cambria), Cattleya, Miltonia en Dendrobium verpot je wanneer de nieuwe scheuten enkele centimeters groot zijn en onderaan jonge wortels krijgen. Let op dat je deze jonge wortels niet beschadigt! Geef de planten een steun zodat jonge wortels niet afbreken wanneer je de planten verzet.
Tuinorchideeën gaan in de winter in rust. Je kan de knollen of wortels het best oppotten of uitplanten in de herfst of late winter voordat deze in groei komen. Cypripediums kunnen er enkele jaren over doen om in bloei te komen.
Welke potgrond gebruik je best voor jouw orchideeën? Ontdek het in dit artikel: Voor elke orchidee een ideale potgrond
Orchideeën verzorgen met een aangepaste meststof
Orchideeën hebben voeding nodig voor een gezonde groei en uitbundige bloei. Gezien hun wortels erg gevoelig zijn, geef je ze het best een zachtwerkende, veilige meststof. De rustig werkende organische voedingselementen en extra sporenelementen in (NK 3-4 + sporenelementen) zorgen voor gezonde wortels, glanzende bladeren en een lange bloei. Voeg de meststof in de aangegeven dosis gewoon toe aan het gietwater.
In volle groei- en bloeiperiode mag je elke week bemesten en gieten. Buiten deze periode is één keer om de twee weken voldoende.
Voor meer info over stralende kamerplanten, lees ook: Hoe verpot ik mijn kamerplant?