Ze mogen dan wel exotisch klinken, kiwi’s en kiwibessen doen het geweldig in ons klimaat! Deze decoratieve klimplanten leveren kilo’s lekkere en gezonde vruchten op. Wat is het verschil tussen kiwi en kiwibes? Hoe plant en verzorg je ze, en wanneer snoei je ze best?
Kiwi’s en kiwibessen vormen een heerlijke aanvulling op je fruittuin. Je plukt er kilo’s vruchten van, in de herfst, wanneer de andere bessen grotendeels op zijn. Daar heb je geeneens een warme zomer voor nodig, kiwi’s en kiwibessen zijn prima aangepast aan ons klimaat. Het enige wat deze klimplanten verlangen is een zonnige muur of pergola, en een jaarlijkse snoeibeurt.
Kiwibessen oogst je vanaf september, dat is bijna twee maanden vroeger dan de gewone kiwi. Deze zoete bessen, iets groter dan een druif, stop je zo in je mond, zonder te schillen, de schil is niet harig zoals bij kiwi’s. Het vruchtvlees varieert van groen tot rood of paars, afhankelijk van de soort. Een volwassen kiwibesplant is verrassend productief, je oogst er makkelijk een tot meerdere emmers bessen van; die zitten bomvol vitamine C. Kiwi’s zijn pas vanaf november rijp. Pluk ze zo laat mogelijk, net voor de eerste vorstprik. Hoe langer ze blijven hangen, des te zoeter worden ze.
Beide planten zijn flinke klimmers. De gewone kiwi (Actinidia deliciosa) wordt makkelijk 6 tot 10 meter hoog, met grote, donzige bladeren, kiwibes (Actinidia arguta) groeit minder hard, met een kleiner blad, tot zo’n 3 à 5 meter. Een kiwiplant kan tot – 10°C aan, kiwibessen, van Siberische afkomst, weerstaan probleemloos -20°C! Ze zijn ook absoluut niet gevoelig voor ziektes. Plant ze tegen een muur op het zuid(west)en, op normale, goed doorlatende en humusrijke tuingrond. Voorzie een klimsteun: een gegalvaniseerde ijzerdraad die je elke 50 cm horizontaal spant, zo'n 3 tot 5 cm van de muur weg en 3 tot 4 meter hoog. Daartegen klimmen ze met hun ranken vanzelf omhoog. Reken minstens twee meter tussen de planten.
Kiwi(bes)planten koop je in pot en kan je het ganse jaar door planten, hoewel september en oktober, en maart en april het meest geschikt zijn. Strooi een royale laag houtsnippers of schors. Bemest in het voorjaar, met een kaliumrijke organische meststof zoals DCM Meststof Groenten & Fruit.
Hoe kiwi’s en kiwibessen planten?Zowel kiwi’s als kiwibessen plant je best per twee, een mannelijke en vrouwelijke bij elkaar, voor de bestuiving. Er zijn ook zelfbestuivende rassen, waarvan je maar één plant nodig hebt, maar die geven minder en kleinere bessen.
Een excellente kiwicombinatie is Atlas (mannelijk) met Hayward of Green Light (vrouwelijk).
Goede vrouwelijke kiwibesrassen zijn Geneva, (Fresh) Jumbo, Weiki en Ken's Red. Combineer met een mannelijke bestuiver als Weima.
Snoeien is nodig om deze enthousiaste klimplanten in toom te houden, én om meer en zoetere vruchten te oogsten. De makkelijkste vorm is met één verticale hoofstam, met links en rechts 4 à 5 lagen van horizontale zijtakken. Snoei deze zijtakken terug op 10 knoppen. Hierop vormen zich verticale vruchttakken waar de bessen aan komen. Knip deze vruchttakken elke winter terug tot op drie tot vier ogen; een kwart ervan knip je terug tot op 5 cm (1 knop). Daar groeien dan nieuwe krachtige vruchttakken uit, zo verjong je je plant. Snoei tussen november en begin januari, niet later! Top in juni de vruchttakken in, vier bladeren voorbij de bessen.
Kiwibessen zijn minikiwi’s die je zo in je mond stopt, ze hebben geen harige schil. Ze zijn al in september rijp, kiwi’s pas in november. Die hebben ook meer plaats nodig. Beiden gedijen prima in ons klimaat.
Plant ze op een zonnige plek met een stevige klimsteun en zorg voor goed doorlatende, humusrijke grond. Bemest in het voorjaar en snoei jaarlijks, voor meer en zoetere vruchten.
Snoei tussen november en januari om deze enthousiaste klimplanten in toom te houden, én om meer en zoetere vruchten te oogsten. Werk met één verticale hoofdtak en horizontale zijtakken, waarop de vruchttakken groeien.