De beste tips voor het leggen van grasmatten? Wij vroegen Joeri Verstrepen, professioneel tuinaannemer, naar zijn beste tips voor de aanleg van een nieuw gazon met grasmatten.
Je kan ze bijna het hele jaar door leggen, zolang de temperaturen boven + 6 °C liggen. Vanaf die temperatuur beginnen de wortels te groeien. Omdat de zoden in de zomer echter zeer snel uitdrogen, zijn het late voorjaar (maart - april) en het vroege najaar (september- oktober) de beste periodes om grasmatten te leggen. Het beste begin je ’s morgens vroeg met het leggen van de matten, zodat er voor de middaghitte al veel gedaan is.
Opgerolde grasmatten zijn niet lang houdbaar. Je legt ze best onmiddellijk na aankoop. Na een zorgvuldige voorbereiding van de grond, moet je ongeveer een uur rekenen voor het leggen van 25-50 m² opgerolde graszoden.
Als je grasmatten wil leggen op een oud gazon, is het belangrijk om vooraf alle begroeiing te verwijderen. Afhankelijk van de oppervlakte kan het de moeite waard zijn om hiervoor een graszodensnijder te gebruiken. Deze snijdt de oude graslaag weg en laat een schone ondergrond achter, die als basis kan dienen voor de grasmatten. Door de grond zorgvuldig voor te bereiden, zal het gras gemakkelijker groeien. Hierdoor kan het gazon sneller gebruikt worden en zal het zich beter ontwikkelen.
Tuinaannemer Joeri Verstrepen
Maak de grond los tot een diepte van ongeveer 10 cm, verwijder eventuele resten van oud gazon, mos, onkruid en grof materiaal zoals wortels, takken en stenen.
Een optimale pH-waarde van de bodem zorgt ervoor dat het gazon goed voedingsstoffen kan opnemen. Voordat je verder gaat, dien je de pH-waarde (kalkgehalte) van je grond dus te bepalen om deze op een optimaal niveau te brengen. De ideale pH-waarde van de bodem voor gazongras ligt tussen 6,2 en 6,7. De pH-waarde kan eenvoudig worden bepaald met behulp van de DCM Bodemanalyse Testkit. Is de pH-waarde te laag is, dan kan deze worden verhoogd met DCM Groen-Kalk®.
Een gazon wordt slechts één keer aangelegd en moet lang meegaan. De ondergrond moet een pH-waarde hebben die gunstig is voor gazon (zie stap 2). Hij moet verder echter ook goed water en lucht doorlaten. Verdichting van de grond, waardoor deze verzadigd kan raken met water, is heel schadelijk voor grasmatten.
Het is dus van het grootste belang de bodem een optimale structuur te geven en het humusgehalte te verhogen. Het kant-en-klaar product DCM Meststof Aanleg Gazon (NPK 5-4-3) brengt zowel humus aan voor een goede bodemstructuur als een uitgebalanceerde basisvoeding voor een goede groei van de jonge grassprietjes. DCM Meststof Aanleg Gazon mag tot op de dag van het zaaien of leggen van de graszoden gebruikt worden. Gebruik 0,8 kg per 10 m² voor zwaardere leem- en kleigronden of 1 kg per 10 m² voor lichte zandgronden.
Zorg er vervolgens voor dat de grond mooi gelijktrekt en dat de ondergrond voldoende vast ligt. Dit kan door hem met een tuinwals lichtjes aan te drukken. De bodem moet wel voldoende los blijven om het gras goed te laten wortelen. Het niveau van de ondergrond ligt best 2 cm lager dan de omliggende grond aangezien de grasmat zelf ca. 2 cm hoog is.
Hark de grond kort voor het leggen van de grasmatten een beetje aan. Een droge grond moet bovendien goed bevochtigd worden door hem zachtjes te besproeien. Dit verbetert de inworteling van het gras.
Start met het leggen van de grasmatten in de verste hoek van je tuin. Rol de grasmatten strak tegen elkaar uit en zorg ervoor dat ze goed op elkaar aansluiten. Overtollige stukken kunnen met een tuinmes worden afgesneden.
Grasmatten worden meestal in rijen uitgerold, dwars op de oorspronkelijke looprichting. Zorg ervoor dat de naden steeds ten opzichte van elkaar verspringen zodat er geen doorlopende lijnen ontstaan.
Druk de grasmatten, zodra ze gelegd zijn, weer voorzichtig aan om een goed contact met de ondergrond te verzekeren. Gebruik hiervoor opnieuw een tuinwals. Zorg ervoor dat vooral ook de randen goed op de bodem aansluiten.
Het is belangrijk om de grasmatten direct na het leggen intensief te beregenen. Zet daarom, na het leggen van de graszoden, meteen de sproeier er op. Voor een mooi groengekleurd gazon is het belangrijk om uw grasmatten de eerste twee weken goed te sproeien. Geef ze de eerste week 1 à 2 keer per dag 10 L/m². Bouw dit geleidelijk af vanaf de tweede week naar 1 keer per dag of om de 2 dagen. Wanneer je niet of onvoldoende sproeit zal de grond uitdrogen. Daardoor groeit het gras amper en krijgen mos en onkruid de kans om op te komen.
Zodra de grassprietjes 8 cm hoog zijn, kan je een eerste keer maaien. Dit zou na 7 tot 10 dagen het geval moeten zijn. Maai per maaibeurt maximaal een derde van de graslengte. Door regelmatig te maaien tijdens de groeifase, behoudt het gazon zijn dichtheid.
Om het gras optimaal te voorzien van alle voedingsstoffen die het nodig heeft, is na de derde maaibeurt een onderhoudsbemesting nodig, bijvoorbeeld met DCM Gazonmeststof. Deze organisch-minerale meststof garandeert gedurende 100 dagen een geleidelijke afgifte van voedingsstoffen.
Vind nog meer advies voor jouw gazon in dit artikel: Gazon aanleggen, onderhouden en herstellen
Liever een gazon aanleggen met graszaad, in plaats van met graszoden, volg dan dit stappenplan.